Stap 1. Ingangsspanning (Input)
Wanneer u het apparaat gewoon binnen Nederland of België gebruikt, dan is de gebruikte ingangsspanning (de bron) vrijwel altijd de 230V/AC netspanning uit het stopcontact. De meeste in Nederland/België geleverde adapters werken gewoon met deze spanning. In de meeste gevallen maakt een fabrikant de adapter zelfs zo dat deze werkt met spanningen tussen de 100V/AC en 240/AC. Op die manier kan de adapter ook in andere landen (met een andere netspanning) worden gebruikt.
Stap 2. Uitgangsspanning (Output)
Ieder elektrisch apparaat heeft een bepaalde spanning nodig om te functioneren. De fabrikant heeft het apparaat zo ontworpen dat deze alleen met deze specifieke spanning werkt. Een te hoge- of te lage spanning kan het apparaat beschadigen. Zorg er daarom voor dat de nieuwe adapter exact dezelfde uitgangsspanning levert als het origineel! Een adapter levert vrijwel zonder uitzondering een gelijkspanning (DC). Dit wordt grafisch weergegeven als een liggend streepje met een liggende stippellijn er onder of simpelweg met het = symbool.
Stap 3. Geleverde stroom (Output)
Naast de juiste spanning heeft een apparaat ook stroom nodig. De stroom is hierbij het best te vergelijken met de hoeveelheid elektriciteit die het apparaat nodig heeft. De spanning moet altijd gelijk zijn aan de originele adapter. De geleverde stroom mag wel hoger zijn, maar niet lager. Een apparaat neemt namelijk zelf de benodigde hoeveelheid stroom tot zich. Is er meer stroom voorhanden dan benodigd, dan schaadt dit het apparaat niet. Zorg er daarom bij de keuze voor een adapter altijd voor dat deze minimaal dezelfde hoeveelheid stroom kan leveren als het origineel. Bijvoorbeeld; als uw originele adapter 2000mA levert, kunt u deze prima vervangen door een exemplaar welke 3000mA levert. Een adapter van 1000mA kan niet, deze levert te weinig stroom voor uw apparaat.
Geleverde vermogen
Soms wordt ook het vermogen (in watt) aangegeven op de adapter. Dit is feitelijk niets meer dan het resultaat van de spanning maal de stroom. Dit noemen we de Wet van Ohm . Als de spanning en stroom van de nieuwe adapter overeenkomen met de oude adapter, dan doet het vermogen dit automatisch ook. Een adapter met een spanning van 15V/DC en een maximale stroom van 1,6 Ampère levert derhalve een maximaal vermogen van 24 Watt (15V maal 1,6A = 24W).
Stap 4. De juiste connector
Als de adapter qua stroom de juiste waarden levert, dan moet alleen nog de juiste connector (stekker) worden gekozen. Hoewel u in de praktijk vaak dezelfde connector tegenkomt, is dit geen garantie dat het voor uw apparaat ook de juiste is. Kijk dit daarom vooraf goed na.
Als eerste moet u weten welke afmeting de connector dient te hebben. Hierbij zijn zowel de buitenmaat als de binnenmaat van belang. Met een schuifmaat meet u deze waarden eenvoudig op. Een veel gebruikte afmeting is 5,5mm buitenmaat en 2,1mm binnenmaat.
Vervolgens moet u weten wat de plus- en minpool is. Deze informatie vindt u bij de technische specificaties of op de oude adapter. Een veel voorkomende waarde is ‘center positive’. Bij deze connector is de binnenste pin de pluspool en vormt de buitenkant de minpool.
‘Center positive’
‘center negative’
Bij twijfel over de connector kunt u natuurlijk ook kiezen voor een ‘ universele adapter ‘ met meerdere connectoren. Knutselt u veel met elektronica, dan is een dergelijke adapter sowieso handig om in huis te hebben. U zult deze vaker gebruiken dan u vooraf zou denken.