Na de Samsung Galaxy S8, de Huawei Mate 10 Pro en de LG G6 is het tijd voor redacteur Youri om de OnePlus 5T onder de loep te nemen. Eindelijk, want OnePlus’ nieuwste lijkt een logische eerste keuze voor een tevreden OnePlus-gebruiker … of misschien toch niet?
Prijszetting
Als bezitter van een One, heb ik uiteraard alle volgende generaties van OnePlus-telefoons met veel interesse gevolgd. En dat waren er nogal wat, met eerst de OnePlus 2, daarna de X, gevolgd door de 3 en 3T en in 2017 zijn daar de 5 en 5T bijgekomen. Twee telefoons per jaar is het tempo dat OnePlus nu schijnbaar aanhoudt. Op dit moment is het stilaan uitkijken naar de volgende in de reeks, de 6.
Je mag gerust stellen dat OnePlus ondertussen een vaste waarde is geworden in de markt van smartphones, in het bijzonder bij een publiek van prijskritische kopers. Al blijft het marktaandeel van OnePlus wel beperkt. Het verkoopt wereldwijd immers slechts een paar miljoen toestellen per jaar. Samsung bijvoorbeeld verscheept meer dan 70 miljoen telefoons… in één kwartaal. De vergelijking tussen OnePlus en een gigant als Samsung gaat natuurlijk niet helemaal op, en ook marketinggewijs speelt OnePlus een totaal ander spelletje: hun telefoons zijn duidelijk de alternatieve keuze voor wie weet wat ie wil zonder daarvoor de hoofdprijs te moeten betalen.
Niet alle telefoons van OnePlus waren echter even grote successen als de One. Zeker de 2 en de X werden met de nodige kritiek overladen. Wat mij betreft verloor OnePlus met die toestellen behoorlijk wat krediet. De verwachtingen lagen immers best hoog na de fantastische One en de opvolgers konden een en ander hoegenaamd niet waarmaken. Daarnaast hielp het natuurlijk niet dat OnePlus voor die toestellen relatief snel stopte met het uitbrengen van Android-updates. Ikzelf heb alvast nooit de drang gevoeld om mijn One in te ruilen voor een 2 of een X. Daarvoor brachten die telefoons gewoon te weinig ter tafel.
Met de komst van OnePlus 3 lagen de kaarten weer anders. Dit was een toestel dat wel meekon met de toppers en dat OnePlus’ tagline van ‘Never Settle’ eindelijk weer alle recht aandeed. Echter, het was voor OnePlus ook meteen het startschot om hun prijzen stilletjes aan te laten stijgen. Van minder dan 300 euro voor de One, ging het naar 399 euro voor de 3 en 439 euro voor de 3T.
Met de 5 was het hek helemaal van de dam: voortaan telde je minstens 499 euro neer, en met de 5T zitten we al boven de 500 euro. Op zich vielen die prijzen nog wel te verantwoorden: alle toptelefoons van de andere merken volgden dezelfde vlucht naar boven. Relatief gezien bleef OnePlus dus aantrekkelijk geprijsde telefoons maken. Alleen volgt mijn loon jammer genoeg niet dezelfde groeicurve, en ik kreeg het dus, ondanks de nodige merkliefde, steeds moeilijker om een telefoon van meer dan 500 euro te verantwoorden voor mezelf. Zelfs al was het een OnePlus en biedt die dan, op papier, uitstekende specificaties en mogelijkheden.
Geen schoonheid
En dan komt de dag dat ik de OnePlus 5T voor het eerst in handen krijg. De opmerkingen die ik in mijn omgeving te horen kreeg, waren meteen raak: ‘Heb je nu een <a “target=”_blank” href=”https://www.iculture.nl/iphone/” target=”_blank”>iPhone, Youri?’ Nee, uiteraard niet! Feit is wel dat de OnePlus 5T uiterlijk heel dicht aanleunt bij de looks van de Apple-telefoons. In het bijzonder de achterkant van de 5T lijkt als twee druppels water op die van de iPhone 7. Waar de One nog een heel eigen smoel had, en door de Sandstone-achterkant zelfs uniek aanvoelde, is het bij de 5T overduidelijk waar het OnePlus designteam de mosterd haalde. Wat je ze dan weer wel moet nageven is dat ze de 5T erg clean hebben weten te houden: buiten het merklogo is er geen enkel opschrift te vinden op de behuizing. De 5T heeft ook opvallend dunne zijkanten.
Mijn visuele kennismaking met de OnePlus 5T was dus niet meteen een meevaller. Na de Galaxy S8, de Mate 10 Pro en de LG G6, voelt én oogt de 5T goedkoper aan. Tegelijkertijd besef ik maar al te goed dat al dat glas waarmee de concurrerende toestellen zijn uitgerust, een telefoon alleen maar duurder en vooral kwetsbaarder maakt. In dat opzicht valt de keuze voor een aluminium behuizing voor de 5T wel te begrijpen. Wie veel bling-bling zoekt is hoe dan ook bij OnePlus niet aan het juiste adres.
Gelukkig valt te 5T wel te pimpen tot een attractief ogend toestel. Het testexemplaar dat ik ontving, kwam met de standaard meegeleverde siliconen beschermhoes alsook de optionele Karbon-hoes die 27 euro kost in de webshop van OnePlus. Vooral die laatste transformeert de OnePlus 5T plotsklaps tot een aantrekkelijk ding met vooral ook een verbeterde hanteerbaarheid. De Karbon-hoes heeft ook iets hogere randen zodat het scherm van 5T, wanneer je hem neerlegt, optimaal beschermd is. Idem dito voor de naar buiten uitstekende cameralenzen. Slim bekeken van OnePlus, vind ik.
Eén nadeel moet ik wel vermelden: de toch al stroeve schuifknop aan de linkerkant van de 5T valt door de dikte van de hoes nog maar amper te benaderen. Ik heb deze knop dan ook nooit gebruikt en dat is toch een gemiste kans. Overigens zijn de andere bedieningsknoppen op de 5T heel erg dun en glad, wat eveneens niet bijdraagt tot een gevoel van degelijkheid. Ook daar kan een hoesje soelaas voor bieden. Wat mij betreft is een hoes zowat onmisbaar voor wie een 5T in huis haalt.
Prestaties
Echte schoonheid zit vanbinnen, zegt men weleens, en dat heeft men bij OnePlus wél goed begrepen. OnePlus’ reputatie van het combineren van een snelle soc – in casu de Snapdragon 835 – met heel, heel veel werkgeheugen zet zich ook door in de 5T. Je kan je afvragen of het hebben van 8 GB RAM vandaag zijn nut heeft, maar feit is dat de 5T hiermee de concurrentie opnieuw aftroeft. Het maakt de 5T ongetwijfeld ook wat meer future-proof als het op geheugengebruik van apps en Android aankomt.
Wat geldt voor de geheugengrootte geldt ook voor de 128 GB aan opslag: ook dat is, zelfs in dit prijssegment, ongezien. Enkel de Mate 10 Pro van Huawei biedt evenveel opslag al kost die telefoon dan weer beduidend meer dan de 5T. Overigens bestaat de 5T ook in een 60 euro goedkopere variant met 6 GB RAM en 64 GB aan opslagcapaciteit. Het lijkt me dat die versie een net wat betere prijs/specificaties-verhouding biedt. Zeker als je geen nood hebt aan meer dan 64 GB opslag, zoals bij mij het geval is. Wat pure prestaties betreft zou de 6 GB RAM-versie niet mogen onderdoen voor de 5T met 8 GB RAM, al heb ik dat niet in de praktijk kunnen testen.
Zonder meer fijn om zien is dat de OnePlus 5T steeds flitsend snel zijn ding doet. De benchmarkresultaten laten er alvast geen twijfel over bestaan dat deze telefoon bij de snelste van het moment hoort. Gevoelsmatig plaats ik de 5T op hetzelfde hoge niveau als de Huawei Mate 10 Pro. Je hoeft je dan ook niet te verwachten aan enige vertraging, wat je ook aan het doen bent. Ook op de benchmarks ontlopen de Huawei en de OnePlus elkaar weinig, al merk je wel dat de 5T met z’n Adreno 540 op de 3D-onderdelen steevast de hoogste scores weet te halen. Voor mezelf is het niet van toepassing, maar wie regelmatig veeleisende 3D-games speelt, heeft aan de 5T ongetwijfeld een prima compagnon.
Een snelle telefoon hebben is maar één zijde van de medaille. Daarnaast wil ik ook dat de batterijduur op z’n minst bovengemiddeld is. Ook dat is lange tijd een handelsmerk geweest van OnePlus, en iets waar ik bij de One nog altijd erg tevreden over ben. Je zou eigenlijk vlot van ‘s morgens tot ‘s avonds moeten kunnen doorkomen zonder opladen. Dat lukt met de 5T prima, tenminste, als je hem niet al te intensief gebruikt. Doe je dat wel, dan zul je de lader al vrij snel moeten bovenhalen. Volgens AccuBattery Pro houdt de OnePlus 5T het (bij mijn gebruik) minstens 6 uur uit, en maximum 73 uur. Gemiddeld zou je het toch 46 uur moeten kunnen uitzingen met de OnePlus 5T. Dat is beter dan de LG G6, maar slechter dan de Mate 10 Pro.
Net zoals de andere telefoons die ik testte, kun je de batterij van de 5T in amper een half uurtje weer bijna vol krijgen. En dat is toch een hele opluchting voor die momenten dat de nood het hoogst is. Weet wel dat Dash Charge, zoals dat dan heet, een bedrijfseigen technologie is die niet compatibel is met Qualcomms Quick Charge-technologie. Je hebt dus die specifieke kabels en laders nodig. Extra Dash Charge-laders en kabels kun je enkel bij OnePlus kopen en deze zijn bovendien niet goedkoop. Reken op een goeie 30 euro voor een kabel en lader.
Dubbel oog
Als er één ding is waar mijn One altijd wat heeft achtergelopen, dan is het op vlak van fotokwaliteit. Nu, ik kon er wel mee leven, maar de nieuwe generatie telefoons weet toch veel mooiere plaatjes te schieten dan ik ooit met mijn One kon. Sinds de 5 gaat ook OnePlus mee in de trend om smartphones uit te rusten met een extra camera op de achterkant. Bij de 5T is de dubbele camera opnieuw aanwezig, echter, deze keer koos OnePlus voor een opstelling met twee identieke lenzen en brandpuntsafstanden. Enkel de achterliggende sensoren verschillen.
De idee daarachter is dat de informatie van de twee sensoren wordt gecombineerd om, met name bij situaties met weinig licht, de opnamekwaliteit te verbeteren. Je hebt daar als gebruiker totaal geen controle over, en ik durf dus ook niet zeggen op welk moment het systeem in gang schiet. Ik kan alleen vaststellen dat de OnePlus 5T vrij weinig last heeft van ruis, al blinken de meeste andere toestellen die ik testte daar nog net iets meer in uit. Echt fantastische foto’s bij avond of nacht heb ik met de 5T (nog?) niet kunnen maken.
Zoals gewoonlijk heb ik voor een directe vergelijking foto’s gemaakt met zowel de 5T als de One in de hand. Een selectie van die foto’s vind je in de galerij hierboven. Het verschil inzake de aanwezigheid van ruis met zijn voorganger, de One, is alvast overduidelijk. De 5T maakt ook beduidend scherpere foto’s dan de One, en met meer contrast. De kleurweergave blijft daarbij erg waarheidsgetrouw. Van overgesatureerde kleuren is dus geen sprake, en dat vind ik goed. Dat de 5T geen optische beeldstabilisatie heeft is dan weer een minpuntje.
De camera-app van OnePlus vind ik alvast geslaagd. Die is uitermate simpel van opzet en vereist geen gewenning. Er zijn maar drie standen: foto, video en portret (die trouwens een prima bokeh-effect oplevert). De belangrijkste instellingen zijn slechts één vingerveeg verwijderd. Voor wie dat wil is er een pro-modus met volledig manuele instellingen (enkel foto) aanwezig. Misschien dat veeleisende foto-amateurs hier niet genoeg aan zullen hebben, maar voor mij was het alvast prima zo.
Kopen of niet?
Het recept waar OnePlus al sinds de One in 2014 mee uitpakt, blijft ook in 2018 overeind. De OnePlus 5T is een bijdetijdse maar vooral rappe telefoon met een mooi scherm en een vlotte Android-beleving. Bovendien kost hij op het eerste gezicht beduidend minder dan de vlaggenschepen van de grote merken. Dat prijsvoordeel is echter minder groot dan het lijkt: de concurrerende toestellen zijn na een tijdje vaak met een mooie korting te krijgen en leunen zo verrassend dicht aan bij de (vaste) prijs van 559 of 499 euro die de 5T moet opbrengen. Tel daarbij nog de kost van een voor de 5T onmisbaar hoesje bij, en je komt vervaarlijk dicht in de buurt van de 600 euro. Dat maakt kiezen op basis van de prijs en dus value-for-money een pak moeilijker. Ik heb het al vaker geschreven: meer dan 500 euro kan en wil ik echt niet uitgeven aan een telefoon. Liefst mag het nog een pak minder zijn dan 500 euro.
Voor mij als One-gebruiker is de 5T ondanks de duidelijke technologische vooruitgang toch een heel herkenbare telefoon. Het DNA van OnePlus zit perfect verweven in de vele personaliseerbare instellingen, de ‘dubbele tik’ om te ontwaken, en de snelle processor en enorme hoeveelheid opslag. De OnePlus 5T is echter verre van perfect. Het niet zo bijzondere design, en het vooralsnog ontbreken van Android 8.0 zijn dompers op de feestvreugde. Als zoiets als waterdichtheid of draadloos opladen belangrijk voor je zijn, dan moet je al helemaal wegblijven van de 5T want dat biedt hij allemaal niet. De camerakwaliteit is voor mijn gebruik en verwachtingen meer dan voldoende, maar in vergelijking met de andere telefoons die ik testte, blijft de 5T toch een tikkeltje achter. Al bij al wist de 5T mij toch minder te verrassen dan ik had gehoopt. Enkel de nieuwigheid om de telefoon te unlocken via gezichtsherkenning werkte dermate goed dat ik het dagelijks gebruikte en de (prima werkende) vingerafdruksensor zo quasi werkloos bleef.
De 5T is voor mij een wolf in schaapsvacht. Van buiten niks bijzonders, maar van binnen valt er heel wat aan technische kunde te vinden. Alleen, de concurrentie heeft dat allemaal ook, en het unieke punt waar OnePlus ooit zo sterk op teerde, de lagere aanschafprijs, is eigenlijk van geen tel meer omdat het prijsverschil met de groten zo klein is geworden. De 5T is wellicht de beste telefoon die OnePlus ooit uitbracht. Het is ook meteen de duurste telefoon die het ooit uitbracht.
Het doet me besluiten dat zelfs na vier toptelefoons uit 2017 geprobeerd te hebben, inclusief de nieuwste van OnePlus, ik mijn goesting niet echt heb kunnen vinden. Technisch gezien maakte de Huawei Mate 10 Pro het meeste indruk op mij. Toch gaat de value-for-money prijs naar de verrassende LG G6. Mijn analyse van de huidige generatie toptelefoons bevestigt voor mij alleen maar dat de OnePlus One in 2014 echt wel een unicum was, vooral dan omwille van z’n vraagprijs.
En ja, de nieuwe generatie telefoons is meetbaar sneller, veiliger, mooier en beter op een heel aantal vlakken dan mijn oude One.
Alleen niet tot elke prijs…
Voordelen van de OnePlus 5T tov de OnePlus One:
+ zeer snel opladen
+ mooier OLED-scherm
+ groter scherm, toch even handzaam
+ perfect vinger- en gezichtsherkenning
Nadelen van de OnePlus 5T tov de OnePlus One:
– weinig bijzonder design en materiaalgebruik
– beduidend duurder geworden
– slider-switch niet zo handig in gebruik